Het Fundament van Apostelen en Profeten
Efeze 2 (HSV)
11-22: Bedenk daarom dat u die voorheen heidenen was in het vlees en die onbesnedenen genoemd werd door hen die genoemd worden besnijdenis in het vlees, die met de hand gebeurt, dat u in die tijd zonder Christus was, vervreemd van het burgerschap van Israël en vreemdelingen wat betreft de verbonden van de belofte. U had geen hoop en was zonder God in de wereld. Maar nu, in Christus Jezus, bent u, die voorheen veraf was, door het bloed van Christus dichtbij gekomen. Want Hij is onze vrede, Die beiden één gemaakt heeft. En door de tussenmuur, die scheiding maakte, af te breken, heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees tenietgedaan, namelijk de wet van de geboden, die uit bepalingen bestond, opdat Hij die twee in Zichzelf tot één nieuwe mens zou scheppen en zo vrede zou maken, en opdat Hij die beiden in één lichaam met God zou verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft. En bij Zijn komst heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd aan u die veraf was, en aan hen die dichtbij waren. Want door Hem hebben wij beiden door één Geest de toegang tot de Vader. Zo bent u dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is, en op Wie het hele gebouw, goed samengevoegd, verrijst tot een heilige tempel in de Heere; op Wie ook u mede gebouwd wordt tot een woning van God, in de Geest.
Efeze 3 (HSV)
1-7: Om deze reden ben ik, Paulus, de gevangene van Christus Jezus, voor u, die heidenen bent, als u tenminste gehoord hebt van de uitdeling van de genade van God die aan mij gegeven is ten behoeve van u, dat Hij mij door openbaring dit geheimenis bekendgemaakt heeft (zoals ik eerder in het kort geschreven heb; waaraan u, als u dit leest, mijn inzicht kunt bemerken in het geheimenis van Christus), dat in andere tijden niet bekendgemaakt is aan de mensenkinderen, zoals het nu geopenbaard is aan Zijn heilige apostelen en profeten door de Geest, namelijk dat de heidenen mede-erfgenamen zijn en tot hetzelfde lichaam behoren en mededeelgenoten zijn van Zijn belofte in Christus, door het Evangelie, waarvan ik een dienaar geworden ben, krachtens de gave van de genade van God, die mij gegeven is, overeenkomstig de werking van Zijn kracht.
Het mysterie van Christus
Bovenstaande citaat is vrij uitgebreid, maar het is belangrijk om goed te begrijpen wat Paulus hier bedoelt. Als het gaat om de rol van Apostelen en Profeten in de Kerk vandaag, is dit eigenlijk geen bruikbare tekst (ook al wordt die soms wel zo gebruikt).
Paulus schrijft over het mysterie van Christus dat hem geopenbaard is en dat mysterie is groot, zo groot dat die zelfs vandaag vaak niet goed wordt begrepen. Een ander woord voor mysterie is geheimenis. Hierbij moet je niet aan een soort geheim dat niemand mag kennen, maar aan iets ondenkbaars dat alleen door openbaring gekend kan worden. Het mysterie is zo ondenkbaar dat het voor Paulus alleen te accepteren was door openbaring door de Geest. Dit mysterie is het fundament voor de Kerk. Aan Paulus en andere apostelen en profeten was dit kenbaar gemaakt, zodat deze openbaring het fundament vormde voor heel de Kerk en haar toekomst. (Dit is dus wat anders dan de gave van Christus in Efeze 4, zoals in andere meditaties besproken wordt.) Wat houdt dit mysterie precies in?