Handelingen 13 (HSV)
1-3: En er waren in Antiochië, in de gemeente aldaar, enkele profeten en leraars, namelijk Barnabas, Simeon, die Niger genoemd werd, Lucius van Cyrene, Manahen, die met Herodes, de viervorst, opgegroeid was, en Saulus. En terwijl zij de Heere dienden en vastten, zei de Heilige Geest: Zonder voor Mij zowel Barnabas als Saulus af voor het werk waartoe Ik hen geroepen heb. Toen vastten en baden zij, en nadat zij hun de handen opgelegd hadden, lieten zij hen gaan.

Dienstbaarheid staat voorop
Dit is een machtig mooie tekst. Niet in de laatste plaats omdat dit een van de belangrijkste momenten is uit Paulus’ “carrière” waardoor het Evangelie uiteindelijk ook in Europa bekend werd gemaakt. Daarnaast laat dit gedeelte ook mooi zien hoe profeten en leraren samenwerkten tot opbouw en groei van de Gemeente.
Ten eerste valt op dat Lukas schrijft over profeten en leraren die samenkomen met de Gemeente. Hij noemt hen bij name, maar verduidelijkt verder niet wie welke rol heeft. Dit is belangrijk, omdat het een voorbeeld is van hoe de dienst aan Gods Kerk belangrijker is dan welke functie een individu vervult. Dit idee wordt nog versterkt door de rol die de Geest vervult in deze passage.
Het gaat om het werk van de Geest
Wat er heeft plaatsgevonden, zag er zeer waarschijnlijk als volgt uit. De gemeente kwam samen en onder hen waren ook profeten en leraren. Tijdens het samenkomen, waarbij er (naast het vasten) waarschijnlijk gebeden, gezongen en Bijbel gelezen werd, deelden de profeten meerdere keren een openbaring van God. Op een gegeven moment deelt een profeet ook een woord over Barnabas en Saulus. Wie dit woord deelde of hoe die het ontving, is voor Lukas niet belangrijk. Lukas volstaat door te vermelden dat de Geest dit zei. Als we kijken naar wat hij schrijft over het werk van de profeet Agabus (zie Handelingen 11 en 21), is het wel goed voor te stellen hoe dit is gegaan. Toch laat Lukas hier duidelijk benadrukken dat het hier om het werk van de Geest gaat en dat Hij de grondslag vormt voor de zendingsmissie van Paulus.
Daarnaast valt de reactie van de leraren en de rest van de gemeente op. Zoals ik al eens eerder heb uitgelegd, is een profetenwoord een boodschap voor Gods volk dat een goddelijke openbaring bevat. Hier wordt dus een taak van God voor Barnabas en Saulus aan de Gemeente kenbaar gemaakt. Daarnaast heb ik eerder al geschreven dat een profetenwoord ook interpretatie vereist voor haar toepassing. Dat is ook wat hier met andere woorden zo beschreven wordt. Voor de gemeente is het niet vanzelfsprekend om een profetenwoord te gehoorzamen, maar zoeken zij onder leiding van de Geest naar wat zij nu mogen doen. Dit is erg belangrijk, want op die manier wordt voorkomen dat je anderen kan manipuleren met profetie.
Een profetenwoord is vaak een bevestiging
Sta hierbij ook eens stil hoe bijzonder het is wat hier gebeurt. Waarschijnlijk is deze geschiedenis voor jou wel bekend, maar voor de aanwezigen tijdens dit moment was het iets nieuws. Bovendien was het erg radicaal. De gemeente wordt gevraagd om zomaar twee man af te zonderen. Dat ‘zomaar’ kan beter weggelaten worden. Als je goed kijkt, zie je dat het niet ‘zomaar’ een taak is voor twee gelovigen, maar dat de Geest via een profeet duidelijk maakt dat het moment is aangebroken waarop deze mannen hun roeping mogen gaan vervullen. Voor wie bang is voor profetenwoorden, kan dit een geruststelling zijn. Want een profetenwoord gaat vaak over iets wat God al tot je aan het spreken is, dus als iemand iets geheel onverwachts meedeelt “namens” God, kun je het beste op Gods bevestiging wachten (voordat je je leven overhoop gooit).
Naast dat de Gemeente niet een boodschap van God krijgt over ‘zomaar’ twee gemeenteleden, is het ook belangrijk om te merken dat zij biddend en vastend reageren. Dat lijkt mij erg verstandig. Op die manier zoeken zij Gods leiding om te zien welke weg God hen wijst. Het lijkt mij dat ze niet zozeer twijfelden aan de roeping van Barnabas en Saulus, maar dat ze zich afvroegen wat hun rol daarin was. Het antwoord is zeker een antwoord van God.
Gods roeping en vervulling
Stel je maar eens voor dat twee gemeenteleden een roeping hebben om de wereld rond te reizen, zodat zij overal het Evangelie bekend kunnen maken. Dan kun je verwachten dat er gemeenteleden zijn die protesteren dat het te veel gaat kosten, maar dat er ook gemeenteleden zullen zijn die willen zorgen dat er niks mis kan gaan (dan moet je de verhalen van Paulus’ reizen eens lezen). Het antwoord van de Geest gaat tegen beide in. Barnabas en Saulus moeten worden losgelaten. Deze gemeente is niet meer verantwoordelijk voor de vervulling van Gods taak voor twee mannen.
Dat is mooi en confronterend tegelijk. Gods plan hangt niet af van de geestelijke en financiële capaciteiten van de Gemeente, maar Hij draagt zelf verantwoordelijkheid voor de vervulling. Daarom is het essentieel om af te stemmen op de Heilige Geest als je God wil dienen. Ik heb deze herinnering ook steeds weer nodig. Vraag je maar eens af: ben ik afgestemd op de Geest? Ben ik wel gevoelig voor het spreken van God? Ben ik bereid om te gaan als Gods Geest spreekt? Of juist om los te laten als Hij iemand anders zendt?
Reactie plaatsen
Reacties