Dat komt wel binnen

Gepubliceerd op 21 februari 2025 om 18:30

“Zijn hart bonsde ervan” (1 Samuël 24:6 NBV). Dat is toch wel een bijzonder vers. Wat moet ik hier mee? Als ik naar de context kijk, wordt het al iets duidelijker. David verstopt zich met zijn kameraden in een grot en dan komt koning Saul binnen om zijn behoefte te doen. Wat zal er allemaal wel niet door David heen zijn gegaan? Deze koning, die hem wil vermoorden, is helemaal in zijn macht? Logisch dat zijn hart op hol slaat. Maar dat is nog niet alles…

Waarschijnlijk ken je het verhaal wel. David is op de vlucht voor Saul. Op een gegeven moment heeft David de kans om hem te vermoorden, maar besluit hij om alleen een stuk van Sauls mantel af te snijden. Dit is ultiem bewijs dat Saul helemaal in zijn macht was. Als hij namelijk ongemerkt een stuk van zijn mantel af kan snijden, kan hij ook je keel doorsnijden zonder dat je het merkt. (Zonder dat je het merkt als het nog niet te laat is dan.) Maar Davids hart slaat juist op hol omdat hij bang is dat Saul hem wél opmerkt. Wat zou er dan namelijk gebeuren?

David heeft alleen van God iets te vrezen

Alleen omdat Saul niets doorheeft, loopt dit verhaal goed af. David hoeft niet bang te zijn voor Saul. Als Saul hem al opmerkt en iets aan wil doen, wint hij waarschijnlijk wel (want hij heeft al vaker bewezen een goede krijger te zijn). En zelfs als dat dreigt mis te gaan, zullen zijn kameraden hem wel te hulp schieten. David hoeft op dat moment niet bang te zijn voor zijn eigen leven, maar hij heeft wel ontzag voor God. En dat maakt het verschil.

Saul is namelijk Gods gezalfde, of beter zou je kunnen spreken van ‘Gods Messias’. Dit geeft aan dat hij door God als koning over Israël is aangewezen. Laatst was ik een studie aan het doen over Messianologie voor een boek dat ik wil schrijven. Het viel mij op dat een Messias in het OT (meestal een priester of koning) vaak als een soort heilig persoon werd beschouwd. Je zou ook kunnen zeggen dat als je aan een Gezalfde komt, dat je dan aan God komt. Dat deed mij denken aan een ander bijbelverhaal. Het moet gewoon schokkend zijn geweest.

Die uitspraak moet hen volledig van hun stuk hebben gebracht

Met Pinksteren legt Petrus uit wat er gaande is als er mensen komen kijken naar de manifestaties van de Heilige Geest. Zijn betoog gaat grotendeels over wat er met Jezus is gebeurd. Dan sluit hij af met de woorden: “Laat het hele volk van Israël er daarom zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot Heer en Messias is aangesteld.” (Handelingen 2:36 NBV) Moet je nagaan. Bij David springt zijn hart al bijna uit zijn borst, omdat hij bang is om de gezalfde Saul iets aan te doen. Hier beschuldigt Petrus het volk Israël ervan dat zij Jezus, Gods Gezalfde (van een veel hogere orde dan Saul), hebben gekruisigd. Zij hebben dus Gods Messias niet zomaar wat aangedaan, maar op de meest verschrikkelijke manier ter dood laten brengen! Het is dan ook niet vreemd dat ze volledig van hun stuk zijn na Petrus’ betoog. Des te meer zullen zij Gods genade en barmhartigheid geproefd hebben bij Petrus’ volgende woorden.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.