Lessen mailserie - Bijbelse profetie
Hieronder vind je de lessen uit de mailserie Bijbelse Profetie terug. Je kan de lessen makkelijk terugvinden, omdat ze per thema geordend zijn. Je kan zoveel lessen tegelijk openen als je wilt.
Thema 1: De profeet Agabus in Handelingen
Plotseling spreekt er een profeet met autoriteit
Handelingen 21:8-11
En de volgende dag gingen Paulus en wij die bij hem waren, daarvandaan en kwamen in Caesarea. Wij gingen naar het huis van Filippus, de evangelist, die een van de zeven diakenen was, en bleven bij hem. Deze had vier dochters, nog maagden, die profeteerden. En toen wij daar vele dagen bleven, kwam er een zekere profeet uit Judea, van wie de naam Agabus was. En hij kwam naar ons toe, pakte de gordel van Paulus, en nadat hij zijn eigen handen en voeten daarmee gebonden had, zei hij: Dit zegt de Heilige Geest: De man van wie deze gordel is, zullen de joden op deze manier in Jeruzalem binden en in de handen van de heidenen overleveren.
Waar kun je lessen over Bijbelse profetie beter beginnen dan bij dit opmerkelijke verhaal in het boek Handelingen? Ook al gaat dit verhaal nog door (dat komt in de volgende les), toch vallen er al veel belangrijke lessen uit dit gedeelte te halen. Deze zijn elementair om profetie te begrijpen en zullen nog verder uitgediept worden in de volgende lessen.
Paulus is met zijn reisgenoten op weg naar Jeruzalem en verblijft onderweg bij Filippus. Zijn jonge dochters wonen ook nog thuis en er wordt van hen gezegd dat zij profeteren (welke vader zou dat niet willen?). Met een fanatieke apostel, een evangelist en vier profeterende dochters hadden zij vast een geweldige tijd met God. Alleen komt er dan een profeet binnenvallen die het “feestje” verstoord. Wat kun je daarvan leren?
Opvallend is dat er vier dochters profeteren, maar dat er dan ook nog een profeet binnenkomt met een profetie voor Paulus. Aan de ene kant laat dit zien dat profetie een belangrijke rol speelde in het leven van de christenen in het Nieuwe Testament (en dat is te verwachten na Pinksteren, zie Handelingen 2:17-18). Aan de andere kant valt het ook op dat er een profeet uit Judea moet komen om deze profetie over Paulus door te geven, terwijl er al vier profeterende dochters zijn. Tegenwoordig zouden wij zeggen dat dit niet erg duurzaam is. Er zijn allerlei verklaringen voor te bedenken waarom God zo werkt, maar het belangrijkste is dat God blijkbaar zo werkt. Aan ons is de vraag of wij daarvoor open staan.
Tot slot valt op welke woorden Agabus gebruikt. Het ‘Dit zegt de Heilige Geest’ lijkt heel erg op wat oudtestamentische profeten vaak zeggen. Het enige verschil is dat hij verwijst naar wat de Heilige Geest zegt in plaats van wat de HEERE zegt. Deze woorden tonen autoriteit en laten ook zien dat profetie in Handelingen een herleving is van oudtestamentische profetie. Wat je ermee moet als iemand beweert met deze autoriteit claimt te spreken, komt in de volgende les aan bod.
Laat je door profetie niet van je stuk brengen
Handelingen 21:10-14
En toen wij daar vele dagen bleven, kwam er een zekere profeet uit Judea, van wie de naam Agabus was. En hij kwam naar ons toe, pakte de gordel van Paulus, en nadat hij zijn eigen handen en voeten daarmee gebonden had, zei hij: Dit zegt de Heilige Geest: De man van wie deze gordel is, zullen de joden op deze manier in Jeruzalem binden en in de handen van de heidenen overleveren.
Toen wij dit hoorden, smeekten zowel wij als de mensen van die plaats dat hij niet naar Jeruzalem zou gaan. Maar Paulus antwoordde: Wat doet u nu dat u huilt en mijn hart week maakt? Want ik ben bereid, niet alleen gebonden te worden, maar ook te sterven in Jeruzalem voor de Naam van de Heere Jezus. En toen hij zich niet liet overtuigen, deden wij er het zwijgen toe, en zeiden: Laat de wil van de Heere geschieden.
In de vorige les zagen wij hoe de profeet Agabus de samenkomst in het huis van Filippus met zijn profeterende dochters kwam binnenvallen. Agabus voert een symbolische handeling uit en spreekt over Paulus’ toekomst in Jeruzalem uit naam van de Geest. Het is toch wat als iemand plotseling op je afkomt en dan ook nog doorgeeft dat dit is wat de Heilige Geest zegt. Wat doe je als iemand zo’n boodschap van de Geest doorgeeft?
Ik kan mij voorstellen dat christenen profetie (minstens) spannend vinden, omdat zij bang zijn voor manipulatie en misleiding. Dat zou dan komen doordat een of ander zweverig persoon allerlei vage openbaringen doorgeeft en/of vertelt wat anderen moeten doen in naam van God (met natuurlijk alle bijbehorende nare gevolgen). Gelukkig werkt profetie in de Bijbel anders.
Dit kan je opmaken uit de reactie van Paulus en de andere aanwezigen. Iedereen (behalve Paulus) reageert vrij dramatisch en wil Paulus op andere gedachten brengen. Paulus wijst hen terecht, want hij is bereid om voor Jezus te sterven. Let hierbij goed op dat hij NIET zegt: ‘Wat slecht dat jullie deze profetie in twijfel trekken, want mijn toekomst ligt nou eenmaal vast, dus probeer mij niet op andere gedachten te brengen.’
Met andere woorden: de toepassing van een profetie is aan de ontvanger en vraagt om onderscheid. In dit geval zag Paulus’ gezelschap het als een waarschuwing om niet naar Jeruzalem te gaan. Voor Paulus zelf was het een bevestiging en bemoediging om door te gaan. Paulus was vrij om een andere weg in te slaan, maar wist wat Jezus hem had geopenbaard (Handelingen 9:16). De volgende les gaan wij nog dieper in op de interpretatie van profetie, maar dan op gemeenteniveau.
De Heilige Geest is een teamplayer
Handelingen 11:27-30
En in die dagen kwamen enkele profeten vanuit Jeruzalem naar Antiochië. En een van hen, van wie de naam Agabus was, stond op en gaf door de Geest te kennen dat er een grote hongersnood zou zijn over heel de wereld, die ook gekomen is onder keizer Claudius. En de discipelen besloten, ieder naar vermogen, iets te sturen ten dienste van de broeders die in Judea woonden, en dat deden zij ook. En zij stuurden het naar de ouderlingen door de hand van Barnabas en Saulus.
Wij focussen in deze les nog een keer op de profeet Agabus, maar dan met een passage iets eerder uit het boek Handelingen. Terwijl Paulus en Barnabas een jaar in Antiochië samenkomen met de gemeente, komt op een gegeven moment een groep profeten langs. (Zo’n groep profeten doet sterk denken aan profetengemeenschappen in het Oude Testament; zie bijvoorbeeld 1 Samuël 19:18-24 en 2 Koningen 6:1-7.) Tijdens een samenkomst voorspelt de profeet Agabus dat er een hongersnood komt. Het is zeer opmerkelijk hoe de gemeente hierop reageert.
Ten eerste neemt de gemeente de voorspelling als waar aan. Je zou ook kunnen wachten tot de profetie uitkomt om te kijken of Agabus een betrouwbare profeet is (op basis van Deuteronomium 18:22), behalve dat het tegen de tijd dat de hongersnood aanbreekt te laat om nog een collecte te houden. Want dat is het tweede dat opvalt. Om een of andere reden weten de gelovigen dat het belangrijk is om een noodfonds op te bouwen voor de gelovigen in Judea. Hoe werkt dit?
De sleutel om dit te begrijpen is het werk van de Geest. Aan de ene kant geeft de Heilige Geest een openbaring. Het is onmogelijk voor de profeet Agabus om uit eigen kracht te voorspellen dat er een hongersnood komt over heel de wereld. Aan de andere kant helpt de Geest ook met de toepassing van een profetie. Op die manier wisten de gelovigen wat opbouwend was voor Gods gemeente (1 Korinthe 14:3-4). Hier moeten wij misschien even schakelen in onze houding.
In onze cultuur spelen individualisme en consumentisme een grote rol. Je zou kunnen verlangen naar een persoonlijk woord van God, omdat je je dan geliefd voelt. Of je verlangt naar openbaring, zodat je je belangrijk of zekerder voelt. Dat is eigenlijk best begrijpelijk. Alleen is profetie bedoeld voor de levende relatie tussen God en gelovigen onderling. Op die manier worden profeten en de rest van de gemeente door God gebruikt om elkaar aan te vullen. Volgende week gaan wij hier dieper op in als wij kijken naar de gave van profetie in 1 Korinthe.
Thema 2: De gave van profetie
De gave van profetie vraagt om actief luisteren
1 Korinthe 14:26-29
Hoe is het dan, broeders? Telkens wanneer u samenkomt, heeft iedereen wel een psalm, of hij heeft een onderwijzing, of hij heeft een openbaring, of hij heeft een andere taal, of hij heeft een uitleg. Laat alles gebeuren tot opbouw.
En als iemand in een andere taal spreekt, laat het dan door twee of hoogstens drie mensen gedaan worden, ieder op zijn beurt, en laat één het uitleggen. Maar als er geen uitlegger is, laat hij dan in de gemeente zwijgen, maar laat hij tot zichzelf spreken en tot God.
En laten twee of drie profeten spreken, en laten de anderen het beoordelen.
Paulus geeft in 1 Korinthe 11:2-14:40 instructies over de samenkomsten van de gelovigen. (Waarschijnlijk profeteerde de profeet Agabus in Handelingen 11 en 21 ook tijdens zulke samenkomsten.) In 12:8-10 somt Paulus de gaven van de Geest op en in hoofdstuk 14 gaat hij in het bijzonder in op de gave van talen (of tongen) en profetie. In 12:26-29 wordt duidelijk dat deze gaven verbonden zijn met de gave van uitleg en onderscheid, want in het Grieks wordt voor het woord ‘beoordelen’ hetzelfde woord gebruikt als voor de gave van onderscheid. Wat betekent dit voor de gave van profetie?
Laten wij eerst kijken naar de gaven van de Geest in het algemeen. Soms worden losse gaven enorm uitvergroot en daarin kun je je makkelijk verliezen. Daarom is het goed om eerst te kijken naar het punt dat Paulus hier wil maken. In het kort komt het erop neer dat de leden van Gods gemeente verschillend gebruikt worden door de Geest en daarom hebben zij elkaar juist nodig, zodat zij elkaar opbouwen. Je zou ook kunnen zeggen dat de Geest in iedereen wil werken en de samenkomsten dus om actieve deelname vragen. Dit blijkt het beste uit de relaties tussen bepaalde gaven.
Neem nou de gaven van talen en uitleg van talen. Deze zijn sterk verbonden – de laatste is zelfs nutteloos zonder de eerste. De gave van talen vraagt van de andere aanwezigen om het uit te leggen (en anders moet de spreker in zijn geest verder spreken). Een vergelijkbaar verband is er dus tussen de gave van profetie en onderscheid.
Dit kan gaan om het onderscheiden of een profetie van de Geest komt, maar eerder om het onderscheiden van de toepassing van de profetie. De profetieën van Agabus in Handelingen zijn hiervan praktische voorbeelden. Je kan ook zeggen dat als de toehoorders de toepassing van een profetie weten, dit een bevestiging is van het werk van de Geest. Het gaat erom dat de Geest collectief werkt: in de sprekers en hoorders. De volgende keer gaan wij nog iets dieper op in.
Profetieën delen doe je zo
1 Korinthe 14:29-32
En laten twee of drie profeten spreken, en laten de anderen het beoordelen. En als aan een ander die daar zit, iets geopenbaard wordt, laat dan de eerste zwijgen. Want u kunt allen, de één na de ander, profeteren, opdat allen leren en allen bemoedigd worden. En de geesten van de profeten zijn aan de profeten zelf onderworpen.
Bij profetie denken mensen weleens aan zweverige personen die vaag en chaotisch zijn. Dat is een groot contrast met wat Paulus schrijft. Volgens Paulus moeten samenkomsten ordelijk verlopen. Tegelijkertijd is er ook ruimte voor het spontane werk van de Geest. Hoe ging dit er in de praktijk aan toe?
Naast Paulus’ instructies in deze hoofdstukken helpen ook de verhalen van de profeet Agabus in Handelingen en informatie over profetische kringen in het vroege christendom om hier een beeld van te vormen. Zo wordt duidelijk dat profeten hun ontvangen openbaringen vaak deelden tijdens samenkomsten van christenen. Dit laat zien dat profeten geen solisten zijn die hun eigen gang gaan, maar betrokken zijn bij het leven van alle gelovigen. Bovendien zijn de andere gelovigen vrij om te beoordelen hoe zij de profetie toepassen.
Verder wordt duidelijk dat profetieën gaan om het verwoorden van openbaringen. Het woord ‘profeteren’ wordt soms ook gebruikt voor het spreken of zingen onder inspiratie (zoals Lukas 1:67-79; of Johannes 11:49-51), maar dit is wat anders dan het spreken namens God (zoals later in deze serie nog aan bod komt). Voor nu focus ik op profetie als het doorgeven van openbaringen. Uit 1 Korinthe 14 blijkt dat zulke openbaringen ontvangen kunnen worden voorafgaand aan of tijdens de samenkomst. (Het ontvangen van openbaringen wordt volgende week behandeld.)
Van Paulus instructies kunnen wij nog drie belangrijke zaken leren:
- Er mogen 2 of 3 profeten spreken. Het is aannemelijk dat er verwacht werd dat zij over hetzelfde onderwerp profeteerden en dat de gemeente beoordeelde hoe dit toegepast moest worden. Als drie profeten aansluitende openbaringen ontvangen is dat ook een vangnet voor zuivere profetie.
- Profeten hebben controle over hun geest. Dat betekent dat zij een openbaring hebben ontvangen en die bewust met de andere aanwezigen delen.
- Openbaringen kunnen ontvangen worden als iemand anders spreekt (en die moet dan zwijgen). Blijkbaar kun je tijdens het luisteren een openbaring krijgen van de Geest.
Tot nu toe hebben wij gekeken naar het optreden van profeten en andere gelovigen. De volgende keer kijken wij naar wat er te leren valt van Paulus’ instructies over de aanwezigheid van ongelovigen tijdens samenkomsten.
Dit maakt profetie zo krachtig
1 Korinthe 14:21-25
In de wet staat geschreven: Door mensen die een andere taal spreken, en door andere lippen zal Ik spreken tot dit volk, en ook dan zullen zij niet naar Mij luisteren, zegt de Heere.
Zo zijn de andere talen dus een teken, niet voor hen die geloven, maar voor de ongelovigen, en zo is de profetie niet voor de ongelovigen, maar voor hen die geloven.
Als nu de gemeente samen zou komen, en allen spraken in andere talen, en er kwamen niet-ingewijden of ongelovigen binnen, zouden zij dan niet zeggen dat u buiten zinnen bent? Maar als u allen zouden profeteren, en er kwam een ongelovige of niet-ingewijde binnen, dan zou die door allen overtuigd en door allen beoordeeld worden. En zo worden de verborgen dingen van zijn hart openbaar, en zo zal hij zich met het gezicht ter aarde werpen en God aanbidden, en verkondigen dat God werkelijk in uw midden is.
Als je denkt dat Paulus het hier even kwijt is, snap ik dat wel. Eerst zegt hij dat profetie een teken is voor de gelovigen, terwijl hij vervolgens duidelijk maakt dat profetie kan leiden tot bekering van ongelovigen. Spreekt Paulus zichzelf tegen of zit het anders?
Om dit te begrijpen moeten wij ons bedenken dat de gelovigen in Korinthe een voorkeur hadden voor het spreken in tongen. Hiermee wilden zij aantonen onder elkaar hoe spiritueel zij waren. Paulus gaat hier tegenin met zijn instructies over het elkaar opbouwen en dat profetie daarvoor geschikter is, omdat het in verstaanbare taal is. Waarschijnlijk verklaart dit gelijk de voorkeur voor het spreken in tongen, want bij profeteren weet gelijk iedereen of je wel zo spiritueel bent als je je probeert voor te doen. Om zijn betoog kracht bij te zetten haalt Paulus ook nog Jesaja 28:11-12 aan.
Met dit citaat maakt Paulus duidelijk dat het horen spreken in een andere taal een teken is van het niet willen luisteren naar God. Daarom is het een teken voor ongelovigen die God (nog) niet kennen. Profetie is wel verstaanbaar en zo een teken van Gods goedkeuring en aanwezigheid is. Dit maakt ook duidelijk waarom spreken in talen ongelovige aanwezigen afstoot, terwijl profetie volgens Paulus een heel ander effect heeft.
Voor de ongelovigen is profetie op zichzelf geen teken van Gods aanwezigheid. Het effect van profetie komt door het krachtige openbarende werk van de Heilige Geest. Dit laat nogmaals zien wat profetie is: het delen van een boodschap die je alleen door God geopenbaard kan zijn.
In de komende twee weken kijken wij naar openbaringen ontvangen en kenmerken van profeten.
Thema 3: Openbaringen ontvangen
Openbaringen zijn een hele ervaring
Numeri 12:6-8
Hij zei: Luister toch naar mijn woorden! Als iemand onder u een profeet is, maak Ik, de HEERE Mij door een visioen aan hem bekend, spreek ik met hem door een droom. Maar zo doe Ik niet tegenover Mijn dienaar Mozes, die in Mijn hele huis trouw is, met hem spreek Ik van mond tot mond, ja, zichtbaar, en niet in raadsels. Hij aanschouwt de gestalte van de HEERE. Waarom dan bent u niet bevreesd geweest om over Mijn dienaar, over Mozes, te spreken?
Deze verzen zijn heel belangrijk als je profetie in de Bijbel wil begrijpen. In het kort komt het erop neer dat profetieën ontvangen worden in dromen en visioenen, maar ook dat deze openbaringen raadselachtig kunnen zijn. Dat laatste hebben wij ook in de voorgaande lessen behandeld en wijst erop dat het niet altijd duidelijk is hoe profetieën toegepast moeten worden. Maar hoe zit het met dromen en visioenen?
Dat profeten openbaringen van God ontvangen door dromen en visioenen, lijkt aan te tonen dat het gaat om iets visueels. Dus het gaat om iets wat je kan zien. Vaak is dat ook zo en daarom werden profeten vroeger ook zieners genoemd (1 Samuël 9:9). Nog beter zou je kunnen zeggen dat het gaat om iets wat je beschouwt, dus iets wat je ervaart. Tijdens een visioen of droom neem je iets geestelijks waar. Dat kan gaan om zien, maar ook om horen, voelen of proeven. Laat ik een paar voorbeelden geven om dit verder uit te leggen.
Wanneer Samuël door God geroepen wordt, hoort hij eerst drie keer de stem van de HEERE. Hij denkt alleen dat Eli hem roept, maar die legt hem uiteindelijk uit dat het God is die roept. Dan staat er iets bijzonders in 1 Samuël 3:10, namelijk dat de HEERE bij Samuël kwam staan. Blijkbaar gaat het er niet alleen om dat Samuël Gods stem hoort, maar dat God ook werkelijk aanwezig is (ook al zag Samuël dat waarschijnlijk niet). Dus Samuël ervaart Gods stem in zijn geest (want Eli hoort die stem niet), omdat God daar ook echt.
Een ander voorbeeld is Ezechiël die niet alleen een wonderlijke openbaring van Gods majesteit ziet, maar ook deelneemt aan zijn visioen door een boekrol op te eten (wat je je daarbij ook maar moet voorstellen; zie Ezechiël 2:8-3:3). Johannes heeft op Patmos een vergelijkbare ervaring (zie Openbaring 10). Dit laat zien dat visioenen niet maar films zijn in de lucht, maar levende ervaringen. Ook als men in het moderne Westen het geestelijke probeert te negeren, wordt ons in deze verhalen duidelijk dat de geestelijke wereld dichterbij is dan je zou denken. De volgende les wordt dit nog iets duidelijker gemaakt als wij kijken naar wat wij kunnen leren van dromen.
Openbaringen zijn een persoonlijke ervaring
Mattheüs 1:18-21
De geboorte van Jezus Christus was nu als volgt. Terwijl Maria, Zijn moeder, met Jozef in ondertrouw was, bleek zij, nog voordat samengekomen waren, zwanger te zijn uit de Heilige Geest. Jozef, haar man, wilde haar onopgemerkt verlaten, omdat hij rechtvaardig was en haar niet in het openbaar te schande wilde maken. Terwijl hij deze dingen overwoog, zie, een engel van de Heere verscheen hem in een droom en zei: Jozef, zoon van David, wees niet bevreesd Maria, uw vrouw, bij u te nemen, want wat in haar ontvangen is, is uit de Heilige Geest; en zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.
De vorige keer ging het over het ontvangen van profetieën door dromen en visioenen. Toen keken wij vooral naar ervaringen van visioenen en zagen dat het ging om ervaringen van de geestelijke wereld. Dit klinkt misschien heel zweverig, maar het is eenvoudiger dan je zou verwachten. Kijk maar naar het verhaal van Jozef.
Het geboorteverhaal van Jezus dat wij met Kerst vaak zullen horen, wordt in Mattheüs gekenmerkt door het spreken van God in dromen. Voor de duidelijkheid, dromen worden in Job 33:15 visioenen in de nacht genoemd. Dit komt bijvoorbeeld ook terug bij Paulus die meerdere keren een visioen in de nacht krijgt (dat zijn dus dromen van God; zie Handelingen 16:9 en 18:9). Dromen hebben wij allemaal, dus dat is een goede manier om visioenen en dromen van God beter te begrijpen.
In het Westen is het idee dat dromen iets zouden betekenen ongebruikelijk. Toch laat de Bijbel zien dat God vaak door dromen spreekt, zoals in het verhaal van Jozef hierboven. Van Mattheüs 1:18-21 kunnen wij twee belangrijke dingen leren:
- Jozef ervaart de engel in zijn slaap, dus hij ziet de engel met zijn ogen dicht. Met andere woorden, de droom gebeurt in zijn geest.
- Een engel spreekt tot hem in de droom. Dus het is wat anders dan dat Jozef zomaar over een engel droomt en dacht dat dit iets belangrijks betekende, maar een echte engel spreekt tot Jozef in een droom.
Openbaringen ontvang je dus in je geest en zijn een ervaring van een boodschap. Het bijzondere is dat Jozef ook de engel zelf ervaart, want het kan ook dat je alleen de boodschap ontvangt (zoals de andere Jozef in Genesis 37:1-11). Zulke boodschappen in je geest zijn persoonlijke ervaringen, waar bijvoorbeeld ook Daniël 10:7-8 van getuigt. Wanneer je zulke ervaringen kan krijgen, wordt de volgende keer besproken.
Uitkijken naar openbaringen
Habakuk 2:1-2
Ik ging op mijn wachtpost staan, nam mijn plaats in op de vestingwal, en keek uit om te zien wat Hij in mij spreken zou en wat ik antwoorden zou op mijn aanklacht. Toen antwoordde de HEERE mij en zei: Schrijf het visioen op, grif het duidelijk in tafelen, zodat het in het snel voorbijlopen te lezen is.
Habakuk maakt zich zorgen om de ongerechtigheid onder zijn volk en klaagt hierover bij God. God antwoordt dat Hij dit inderdaad niet toelaat en de Chaldeeën (dat zijn de Babyloniërs) zal sturen om hen te straffen. Habakuk schrikt hiervan, want die Babyloniërs zijn geen haar beter dan zijn eigen volk. Nadat hij hierover gebeden heeft, wacht hij op Gods antwoord. Dit is uiterst interessant voor ons, maar vaak lastig voor theologen.
Als je theologisch nadenkt over wie en wat God is, is er vaak aandacht voor Gods verhevenheid en onafhankelijkheid. Als het dan om profetie gaat, wordt snel gezegd dat het aan God is of Hij openbaringen geeft en dat wij God niet kunnen “dwingen” om tot ons te spreken. Ik geloof absoluut in Gods soevereiniteit, maar het is ook belangrijk dat de Bijbel laat zien dat de omgang met God genuanceerder is dan wat je in eenvoudige regels kunt samenvatten.
Je kan hierbij denken aan Elisa in 2 Koningen 3:9-17. Hij heeft weinig zin om als profeet op te treden voor de koning van Israël, maar omwille van koning Josafat van Juda staat hij daar toch voor open. Hij laat een harpspeler komen, zodat hij uiteindelijk in de Geest komt en door kan geven wat God zegt. Betekent dit dat je God kan forceren om je een openbaring te geven?
Ik denk dat die vraag onjuist is. Vergelijk het met lezen in de Bijbel. Het is heel normaal om te verwachten dat God door Zijn Geest tot je spreekt als je de Bijbel leest (ook al is dat misschien niet elke keer zo en weet je ook niet van tevoren wat Hij zegt). Moet je je dan afvragen of je God forceert om tot je te spreken door de Bijbel te lezen. Het is gezond geloof om te verwachten dat God tot je spreekt in de Schrift én in je geest. God leeft en wil een relatie met jou door tot je te spreken.
Zo spreekt God vaak door beelden in je geest. Daarom kijkt (niet: luistert) Habakuk naar wat God in hem zal spreken. Het helpt om je gedachten bij het bidden op te schrijven, zodat je later rustig kan afwegen of die van de Geest komen.
God wil met al Zijn kinderen een relatie, maar bepaalde gelovigen zijn geroepen als profeet. Volgende week gaat het over wat dat betekent.
Thema 4: Profetie en roeping
Als Aäron een profeet van Mozes wordt genoemd
Exodus 7:1-2
Toen zei de HEERE tegen Mozes: Zie, Ik heb u voor de farao tot een god gemaakt en uw broer Aäron zal uw profeet zijn. U moet alles wat ik u gebieden zal tegen Aäron zeggen, en Aäron, uw broer, moet tot de farao spreken, dat hij de Israëlieten uit zijn land moet laten gaan.
Dit is de duidelijkste tekst over de bediening van een profeet. Mozes moet weer naar de farao gaan en Aäron zal daarbij zijn woordvoerder zijn (Aäron wordt hierbij profeet van Mozes genoemd). De taak van een profeet van God is dus om een woordvoerder van God te zijn. Zo sprak God in het Oude Testament tot Zijn volk of tot koningen die Zijn volk onderdrukten (zoals hier in Exodus). Nou kun je je afvragen of dat vandaag nog wel nodig is?
De vorige lessen zagen wij dat God tot ons wil spreken in onze geest. Dan kan je denken dat profeten tegenwoordig overbodig zijn, omdat je zelf een directe lijn met God hebt. Dit is helemaal begrijpelijk in een geïndividualiseerde samenleving. Alleen hebben wij in Handelingen en 1 Korinthe gezien dat Gods Geest in ons allemaal werkt, zodat wij elkaar aanvullen. Ook al was Paulus bijvoorbeeld vol van de Geest, toch sprak God tot hem door de profeet Agabus. Daarnaast is het aannemelijk dat er een verschil in autoriteit is. Dat betekent dat profetieën van een profeet meer gezag hebben en/of meer mensen aangaan. Je kan dit ook vergelijken met preken.
Kort door de bocht zou je kunnen zeggen dat het overbodig is om andermans preek te horen als je zelf ook de Geest hebt en zelf Bijbel kan lezen. Het omgekeerde is net zo onredelijk: dat iedereen maar kan preken, omdat wij allemaal de Geest hebben. Wat het verschil maakt, is welke roeping God jou gegeven heeft in Zijn Kerk. Dus er is een verschil tussen gelovigen die wel of niet als profeet geroepen zijn, maar er is ook een verschil tussen profeten en andere bedieningen.**
Als profeet is je belangrijkste functie om openbaringen door te geven, terwijl je bijvoorbeeld als pastor of dominee een herderlijke taak hebt. Als herder is je belangrijkste verantwoordelijkheid om voor de gemeente te zorgen en de Schrift op het dagelijks leven toe te passen (zoals de priesters en Levieten deden in het Oude Testament; zoals in Nehemia 8:1-9 gebeurt). Zo zijn er nog meer bedieningen en taken in Gods Kerk. Belangrijk is om te zien dat deze taken elkaar aanvullen, zodat voorkomen wordt dat je vervalt in een discussie over wie er belangrijker zou zijn.
Een profeet is dus ten eerste een woordvoerder van God, doordat hij openbaringen van God doorgeeft. Daarnaast wordt een profeet nog door andere zaken gekenmerkt en daar gaat de volgende les over.
** De verschillen die hierboven genoemd worden zijn in de praktijk natuurlijk niet zwart-wit. Hier worden ze genoemd om duidelijk te maken wat een profeet vooral wél is. Om allerlei categorieën en niveaus van profeten en profetieën uit te werken, gaat hier te ver en heeft bovendien het risico om tot wetticisme te leiden.
Het werk als profeet doet wat met je
Jeremia 23:16-22
Zo zegt de HEERE van de legermachten: Luister niet naar de woorden van die profeten die tot u profeteren. Zij geven u ijdele hoop. Zij spreken een visioen uit hun eigen hart, niet uit de mond van de HEERE. … Ik heb die profeten niet gezonden, toch zijn zij zelf gaan lopen. Ik heb niet tot hen gesproken, toch zijn zij zelf gaan profeteren. Hadden zij in Mijn raad gestaan, dan hadden zij Mijn volk Mijn woorden doen horen, en hadden zij hen doen terugkeren van hun slechte weg en van hun slechte daden.
Ik vind dat hier een van de meest fascinerende aspecten van het profeetschap wordt beschreven. Valse profeten zeggen wat zij zelf bedenken, omdat hun publiek dat wil horen. Maar een ware profeet zegt alleen wat hij God hoort zeggen in Zijn raad. Wat betekent dit?
Wat je je bij Gods raad moet voorstellen, gaat ons verstand te boven. Het is de plek waar Gods troon staat (een levendige beschrijving is te vinden in Openbaring 4-5). Door Christus’ offer kunnen wij allemaal in gebed voor Gods troon komen (Hebreeën 10:19-22) en met God spreken. Soms maakt de Geest het ook mogelijk dat je getuige bent van raadsbesluiten die daar genomen worden over situaties vandaag (die verder gaan dan je persoonlijke relatie met God). Het is een voorrecht om Gods woorden te horen, maar ook een verantwoordelijkheid om die door te geven. Dit is niet altijd makkelijk.
Zo lees je in Amos 3:8 dat als God heeft gesproken, een profeet Gods woorden wel moet verkondigen. Voor het succes van de profeet geldt dat gehoorzaamheid aan Gods opdracht belangrijker is dan of hij gehoord wordt (zie ook Jesaja 6:8-10 en Ezechiël 2:3-8). Ook Johannes op Patmos krijgt te horen dat hij moet profeteren (Openbaring 10:8-11). Zoals Johannes omschrijft, kan Gods openbaring ontvangen tegelijk een zoete en bittere ervaring zijn. Met andere woorden, openbaringen doen wat met jou als profeet.
Dit blijkt ook uit de geschiedenis van Abraham. Hij is de eerste die in de Bijbel profeet wordt genoemd wanneer hij voor koning Abimelech moet bidden (Genesis 20:7). De context maakt duidelijk waarom ook Abraham een profeet wordt genoemd, want God openbaart aan Abraham zijn raadsbesluit over Sodom en Gomorra (Genesis 18:17). Abraham laat dit niet koud, maar doet vrijmoedig voorbede en God staat dit toe. Je bent niet geschikt voor profetie als het je vooral gaat om het ervaren van God, of als je alleen wil weten hoe het met anderen afloopt.
Dit heeft ook te maken met de profetische roeping van de Kerk en daar gaat het in de laatste les over.
Het profetisch getuigenis totdat Jezus terugkomt
Openbaring 10:7-11
Maar in de dagen van de stem van de zevende engel, wanneer die op de bazuin zal blazen, zal ook het geheimenis van God volbracht worden, zoals Hij aan Zijn dienstknechten, de profeten, verkondigd heeft.
En de stem die ik uit de hemel gehoord had, sprak opnieuw met mij en zei: Ga, neem het boekje dat geopend ligt in de hand van de Engel Die op de zee en de aarde staat. En ik ging naar de Engel toe en zei tegen Hem: Geef mij dit boekje. En Hij zei tegen mij: Neem het en eet het op, en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honing. En ik nam het boekje uit de hand van de Engel en at het op, en het was in mijn mond zoet als honing, maar toen ik het opgegeten had, werd mijn buik bitter. En Hij zei tegen mij: U moet opnieuw profeteren over vele volken, naties, talen en koningen.
Johannes krijgt op Patmos van God een profetische opdracht. Het ligt voor de hand dat deze grote opdracht Johannes’ leven en missie overstijgt. Bovendien is deze opdracht deel van de openbaring die hij doorgeeft, dus het is tegelijkertijd ook een boodschap en roeping voor de Kerk. Hoe ziet die profetische roeping voor de Kerk er dan uit?
De geest van profetie is volgens Openbaring 19:10 het getuigenis van Jezus. Je kan dan denken aan vertellen wat Jezus’ leven, lijden, sterven en opstanding betekent. Dit is belangrijk en moeten wij ook zeker doen. Alleen gaat het profetisch getuigenis nog verder, want Jezus was gedood, maar nu heeft Hij in de hemel alle macht gekregen (Openbaring 5:5-16). Daarom behoren wij als Kerk ook te getuigen van Zijn regering in de hemel. Hoe zou dit er in de praktijk uit kunnen zien?
De voorspelling van de hongersnood door de profeet Agabus in Handelingen 11 kan een voorbeeld zijn. Aan de ene kant was dit een manier van God om de gelovigen door de hongersnood heen te leiden. Aan de andere kant werd dit ook door Lukas gebruikt als getuigenis aan Theofilus (zie Lukas 1:1-4 en Handelingen 1:1-2). Interessant is dat het optreden van profeten ook door andere gelovigen gebruikt kan worden als getuigenis. Het komt erop neer dat ongelovigen wel moeten erkennen dat er een profeet van God onder hen was (net als in Ezechiël 2:5). Op kleinere schaal kan het ook gaan om een getuigenis door openbaringen door te geven over wat er in iemands hart leeft (zoals wij hebben gezien bij 1 Korinthe 14:21-25).
Let er hierbij op dat zulke openbaringen en voorspellingen vooral gaan om een getuigenis van Gods algemene kennis van alle dingen: van de wereldgeschiedenis tot wat er in het hart leeft. Als een profeet Gods straf aankondigt, zou hiervoor een aanleiding moeten zijn. De belangrijkste reden voor Gods oordeel in het Nieuwe Testament is vervolging van christenen (zie bijvoorbeeld: 2 Thessalonicenzen 1:6 en Openbaring 18:24). Het kan zijn dat een profetie vandaag Gods oordeel over een situatie aankondigt en dat zou ons verdrietig moeten maken.
Gelukkig mogen wij ons bovenal verheugen in het vooruitzicht dat Jezus’ regering in volle glorie doorbreekt op aarde (Openbaring 11:15). Laten wij Hem daarom trouw blijven totdat Hij komt en wij onze beloning zullen ontvangen (Openbaring 22:12-14).